Er zijn vele soorten kanker. Borstkanker en prostaatkanker worden op aparte pagina's besproken. Op deze pagina vindt u informatie over de behandelmogelijkheden van andere kankersoorten, bijvoorbeeld:
- Baarmoederhalskanker (cervixkanker)
- Eierstokkanker (ovariumkanker)
- Longkanker
- Blaaskanker
- Zaadbalkanker (testiskanker)
- Darmkanker
- Nazorg van hoofd-halskanker
Kanker kan op verschillende manieren worden behandeld. De behandelingen die het meest worden toegepast zijn: chirurgie, radiotherapie (bestraling), chemotherapie, hormoontherapie, antilichamen (antistoffen) en behandelingen die zich alleen richten op de het verminderen van klachten.
Chirurgie
Met chirurgie kunnen tumoren en/of uitzaaiingen ('metastasen') uit het lichaam worden weggehaald. Soms lukt het niet om de hele tumor weg te halen.
Radiotherapie (bestraling)
Radiotherapie is het toedienen van radioactieve straling om de kankercellen te doden. Dit kan worden gegeven in plaats van de operatie, voorafgaand aan de operatie (om de tumor kleiner te maken) of na afloop van de operatie (om eventueel resterende kankercellen te doden). De meeste soorten bestralingen gebeuren 'uitwendig'. Hierbij wordt de stralingsbron buiten het lichaam geplaatst en op de tumor gericht. Soms is het ook mogelijk om de stralingsbron in of vlak naast de tumor te plaatsen, zodat de tumor van binnenuit wordt vernietigd ('inwendige bestraling').
Chemotherapie
Chemotherapie is het toedienen van stoffen die giftig zijn voor kankercellen. In mindere mate zijn ze ook giftig voor andere delende cellen, zoals huid-, haar- en darmcellen. Gelukkig genezen de gezonde cellen in het algemeen beter van de schade die de chemotherapie heeft aangericht dan de gezonde delende cellen. Chemotherapie kan onder meer worden toegediend via de bloedbaan (infuus), via de huid (injectie) of via de mond (tablet of drankje).
Hormoontherapie
Behandeling met hormonen of anti-hormonen kan zinvol zijn bij tumoren in hormoongevoelige organen, zoals de geslachtsorganen.
Antilichamen (antistoffen)
Sommige tumoren kunnen worden aangepakt door het toedienen van antilichamen. Deze antilichamen binden aan de tumorcellen, waardoor het lichaam de tumorcellen beter kan vernietigen.
Embolisatie en ablatie
Zowel in transarteriële chemo-embolisatie als in radio-embolisatie worden op de plek van de tumor medicijnen ingespoten die de bloedtoevoer naar de tumor stoppen. Bij radiofrequentie ablatie en microwave ablatie wordt een naald in de tumor gestoken en daarmee worden de tumorcellen zo sterk verhit dat ze afsterven.
Behandelingen die zich alleen richten op de klachten
Hieronder vallen alle behandelingen die zich richten op het verminderen van de gevolgen van de kanker of op de bijwerkingen van andere behandelingen, zonder dat ze een effect hebben op de tumor zelf. U kunt hierbij denken aan pijnstillers, middelen tegen de misselijkheid, fysiotherapie, psychotherapie, enzovoort.
Al de bovengenoemde behandelingen kunnen ook palliatief worden gegeven. Dit wil zeggen dat de kanker niet meer te genezen is. Het doel van een palliatieve behandeling is om de kwaliteit van uw leven zo goed mogelijk te behouden en/of uw leven te verlengen. In het bijzonder moet u hierbij denken aan tweedelijns palliative chemotherapie.
Of genezing mogelijk is of niet, de keuze voor de juiste behandeling is vaak moeilijk. Hier zijn richtlijnen voor, maar deze bieden ruimte voor uw eigen voorkeur. De onderstaande keuzehulpen geven u meer informatie over de voor- en nadelen van de aanbevolen behandelingen voor uw kanker en kunnen u helpen bij het maken van een keuze. Deze kunt u dan met uw arts bespreken.
Vruchtbaarheid en kinderwens
Heeft u kanker dan zijn er nog mogelijkheden om uw kinderwens te vervullen.
Nazorg van kanker
Ondanks grote verschillen tussen patiënten met kanker, krijgen velen na behandeling tot nu toe dezelfde nacontroles. Dit gebeurt volgens een standaard protocol. De meerwaarde van deze vaste controles voor overleving is soms niet aangetoond. In dat geval is er ruimte om meer rekening te houden met behoefte en voorkeur van de patiënt, en de patiënt de regie in handen te geven.
N.B. Let er goed op dat u alleen de keuzehulpen gebruikt die die over de juiste soort en het juiste stadium van de kanker gaan.
Longkanker: keuzehulp voor het vroege stadium NL
Longkanker (ASCO): chemotherapie of niet na operatie bij stadium 1B, 2 of 3 longkanker EN
Longkanker (ASCO): chemotherapie bij stadium 4 longkanker: meerdere keuzehulpen EN
Blaaskanker: weghalen van de blaas eventueel met chemotherapie NL
Eierstokkanker: doorgaan met chemotherapie of niet bij moeilijk te behandelen eierstokkanker EN
Universiteit van Sydney: Uitgezaaide darmkanker: Wat zijn de behandelmogelijkheden? EN
Darmkanker: tweedelijns palliatieve chemotherapie NL
Nazorg voor hoofd-hals kanker: mondholte, keelholte en strottenhoofd kanker NL
Eicel preservatie: keuzen bij eicel preservatie EN